De daling van het aantal agrarische bedrijven roept de vraag op, wie het cultuurlandschap in de toekomst zal beheren. Want ruim tachtig procent van de vrijkomende agrarische bebouwing verandert van boerderij in woonhuis. In de praktijk vernadert daarmee ook het uiterlijk van het gebouw, van het erf en het landschap. De twaalf provinciale organisaties Landschapsbeheer willen deze nieuwe buitenlui gaan inforemeren en van advies dienen. Met financiële steun van LNV is een project opgestart om de nieuwe doelgroep te leren kennen.

In het gebied rond de Loonse en Drunense Duinen bij Tilburg wil een aantal partijen een grondbank opzetten. Aanleiding hiervoor is dat verschillende grondeigenaren grond in tijdelijk gebruik willen geven bij de agrariërs in de omgeving. Overlegplatform Duinboeren is een plaatselijke organisatie van de boeren die actief is op het gebied van plattelandsvernieuwing door boeren. Dit overlegplatform speelt bij de grondbank een belangrijke rol. Het bepaalt aan de hand van criteria welke boeren het meest inaanmerking komen voor het gebruik van de grond. Hiermee adviseert het de grondeigenaren.

Essay over verbrede plattelandsontwikkeling vanuit drie theoretische benaderingen uit de sociologie, met een illustrerende toepassing op Waterland en Beemster. Het betreft de functionalistische en de voluntaristische benadering en een benadering vanuit de structuratie-optiek. Vervolgens worden drie praktijkmodellen gegeven voor het organiseren van de ruilverhouding tussen boeren die willen verbreden en niet-boeren.

De langetermijngrondmarkteffecten van de ruimtelijke perspectieven Palet (geen ruimtelijke ordening) en Stedenland+ (huidige situatie met stedelijke ontwikkeling langs de internationale vervoersassen) lopen nogal uiteen. Zo is er in Palet sprake van een ongesegmenteerde grondmarkt met relatief hoge 'agrarische' grondprijzen in het landelijk gebied, van versnipperd grondgebruik en een hoge grondmobiliteit.

This study is based on research carried out during several periods from mid 1991 to mid 1995 in the ejido La Canoa in Jalisco, western Mexico, and in several government agencies. The study focuses in particular on the period between the 1930s and 1992 when the Mexican agrarian law was fundamentally changed. The last chapters of the book discuss the change of the agrarian law in 1992.