Includes the dimension of poverty and the need for land; colonisation and decolonisation; the imposition of globalization; indispensable but sufficient; constructing/ building the institutional framework in Mozambique. Cites the key issues cited by Mozambican civil society – no to landless people in Mozambique; no to absentee landowners, those who let the land and do not invest; recognition of testimonial proof of land occupation by the poor; incorporation of common law systems into the legal framework; and stop the bi-modal approach for agricultural development.

Investigates private sector investment in conservation and ecotourism through conservancy land leases in the Mara region of Kenya. In recent and growing tourism development, groups of Maasai landowners are leasing their parcels of land to tourism investors and forming wildlife conservancies. Examines this model and the implications it has for Maasai livelihoods and the environment. Given the large extent and recent change in ownership in these areas, land leases do however keep the lands they cover together and are potentially an optimistic outlook for such open rangeland areas.

Includes the fundamental choice: landowners or laborers?; state of forest tenure rights in 2012: progress and unfulfilled promises; 2012 in focus: choices and their consequences; looking ahead to 2013.

Argues the need for landowners in South Africa to draw lessons from events in Zimbabwe and to be much more radical, proactive and imaginative in promoting needed changes in land reform, failing which they will have no future, as pressures from the landless intensify. The current status quo is unsustainable and the national effort inadequate. The private sector has a key role to play to break the current logjam. Increasing number of landowners are beginning to see the light and accept political realities. Calls for a land summit to negotiate a comprehensive agrarian transformation.

Este artículo se centra en la ocupación y apropiación de tierras en una región del sudeste de la provincia de Buenos Aires, que integraba en las primeras décadas del siglo XIX el llamado "nuevo sur": los partidos de Arenales y Ayacucho, entre 1823 y 1860. Comenzaremos por caracterizar el traspaso de estos territorios a particulares, el impacto de las distintas modalidades de transferencia y la evolución de la estructura de tenencia. Esto nos llevará a interrogarnos por los protagonistas de este proceso: ¿quiénes fueron los beneficiarios de este reparto?

En este artículo se ofrece un balance de lo que sabemos –y de lo que aún desconocemos- sobre la historia de la relación entre los impuestos y los productores rurales en la Argentina contemporánea. Se lleva a cabo un recorrido por la historiografía sobre los impuestos al mundo agrario en los siglos XIX y XX tanto en el plano nacional como en el provincial y se señalan los aspectos que aún necesitan mayor investigación en este campo.

Uitbreiding van de begraafplaats ‘Duinhof' was alleen mogelijk in het Keukenhofbos. Het Keukenhofbos maakt deel uit van de Provinciale Ecologische Hoofdstructuur (PEHS). Na langdurige en intensieve onderhandelingen hebben diverse belanghebbende partijen een samenwerkingsovereenkomst gesloten om een uitbreiding van de begraafplaats in het Keukenhofbos mogelijk te maken. In de overeenkomst is mede bepaald waar en hoe compensatie in de vorm van nieuwe natuur- en landschapselementen plaats moet vinden. Ter uitwerking van de compensatie is in 2001 de projectgroep ‘Ecozone Lisse’ opgericht.

De agrarische grondprijs in verstedelijkte gebieden wordt gedomineerd door de mate van stedelijke druk. In de meer afgelegen landbouwgebieden wordt de hoogte van diezelfde agrarische grondprijs in belangrijke mate bepaald door de verhouding tussen het aantal kopers en verkopers op lokale agrarische grondmarkten. Dit blijkt uit een recente studie van het LEI en de Leerstoelgroep Agrarische Economie en Plattelandsbeleid van Wageningen Universiteit.

Dit rapport schetst de methoden, resultaten en implicaties voor beleid van een onderzoek onder grondeigenaren naar hun belangstelling, motieven en knelpunten bij natuuraanleg volgens de functieverandering van de Subsidieregeling Natuurbeheer. Het onderzoek omvatte drie delen: een gericht op grondeigenaren, een gericht op deelnemers aan de functieverandering en een gericht op grondeigenaren die geprobeerd hebben functieverandering te realiseren, maar waarvan de pogingen gestrand zijn.

Dit rapport bevat een evaluatie van de rol van provincies bij de functiewijziging van landbouwgronden naar gronden met een functie natuur, als onderdeel van de omslag in het Natuurbeleid. Hierbij worden minder gronden voor natuur verworven voor beheer door terreinbeherende organisaties, en meer gronden door particulieren in beheer genomen. Via documentanalyse en interviews met provincies is geanalyseerd hoe ze deze omslag vormgeven en zijn conclusies getrokken over de kansrijkheid van de omslag.

Voor dit onderzoek zijn 772 grondeigenaren geïnterviewd die landbouwgrond in of om de Ecologische Hoofdstructuur bezitten. Doel van het onderzoek is: het nagaan van de interesse bij landbouwers om hun landbouwgrond om te zetten in blijvende natuur, tussen nu en 10 jaar, binnen de EHS volgens de PSN regeling

Een verkennend onderzoek onder landeigenaren naar hun houding en gedrag ter attentie van Nationale Landschappen (NL). Hiervoor zijn 36 interviews gehouden met landeigenaren (agrariërs, terreinbeheerders, recreatieondernemers, landeigenaren en buitenlui) in acht NL (Achterhoek, Graafschap, Groene Woud, Hoeksche Waard, Noord- Hollands Midden, Noordelijke Wouden, IJsseldelta, Zuidwest-Zeeland). Agrariërs zien de NL-status als een kans om in aanmerking te blijven komen voor vergoedingen voor natuur- en landschapsbeheer.