agriculture
AGROVOC URI: http://aims.fao.org/aos/agrovoc/c_203
Toekomst landelijke gebieden : deze bundel is samengesteld ten behoeve van de studiemiddag over de toekomst van de landelijke gebieden op 22 februari 1988 op kasteel Groeneveld te Baarn
LNV visie landelijk gebied
Cultuurhistorie en beheer : een voorbeeldstudie naar het gewenste beheer van archeologische, bouwhistorische en historisch-geografische objecten aan de hand van 's-Hertogenbosch en omgeving
Met een RAAP bijdrage
Meten van maatwerk; monitoring van het WCL-beleid 1994-1996
In opdracht van het Ministerie van LNV, Directie Groene Ruimte en Recreatie heeft DLO-Staring Centrum een monitoring uitgevoerd van het beleid voor de Waardevolle Cultuurlandschappen (WCL). Dit rapport bevat zowel het kwalitatieve als het kwantitatieve gedeelte van de monitoring en richt zich op de jaren 1994 tot en met 1996 met een doorkijk naar 1997. Het proces wordt beschreven van het organiseren van de uitvoering van WCL, het opstellen van het gebiedsperspectief en het aandragen en uitvoeren van projecten. Van daaruit is aangegeven in welke mate de WCL-doelstellingen worden bereikt.
On the move : mobility, land use and livelihood practices on the Central Plateau in Burkina Faso
Chapter 2 situates the scene by presenting the historical background to the research area. First, a brief outline of the research village's history is provided. The main part of the chapter is devoted to the elaboration of case material relating to a number of conflicts over land, along the border between the kingdom of Ratenga and the kombere of Piugtenga and in which the village of Ziinoogo has been involved.
Groen in de metropool : op zoek naar de rol van LNV bij groene functies in Midden - Nederland
HAV op maat? : voortgang van beleidsontwikkeling in handhavings-, aanpassings- en vernieuwingsgebieden
Coproductie RPD Staring Centrum
Landschap en toerisme in de Bollenstreek onder stedelijke druk
Op basis van ruim dertig interviews wordt beschreven welke kwaliteiten de bewoners van de Bollenstreek toekennen aan het landschap in hun omgeving, welke veranderingen ze constateren en wat hun ideeën zijn over de inpasbaarheid van stedelijke ontwikkelingen. Ook wordt ingegaan op de betekenis van de Bollenstreek voor het toerisme. De bestedingen van bezoekers aan de Bollenstreek en de daarmee samenhangende werkgelegenheid zijn geraamd. Ook wordt aandacht besteed aan de relatie met het imago van Nederland in het buitenland.
Multi-scale characterization of inland valley agro-ecosystems in West Africa.
Inland valleys are defined as the upper reaches of river systems. These include valley bottoms and minor floodplains,their hydromorphic fringes and upland slopes and crests. These occupy 22-52 million ha of land in W. Africa and although of good agricultural potential are only marginally used. An agro-ecological characterization developed in the Cte d'Ivoire, is outlined on 4 levels: macro (1:1 000 000-1:5 000 000), reconnaissance (1:100 000-1:250 000), semi-detailed (1:25 000-1:50 000) and detailed (1:5000-10 000).
Kansen voor natuur binnen Losser; achtergronddocument natuur
Deze publicatie gaat over de toekomst van natuur in het landinrichtingsgebied Losser en is een van de achtergronddocumenten die in opdracht van de Dienst Landelijk Gebied zijn opgesteld, waarin het behoud en herstel van natuur- en landschapswaarden ende realisatie van de ecologische hoofdstructuur (EHS) centraal staan. Hierbij is de rol voor de terreinbeherende organisaties alhier - Staatsbosbeheer, Natuurmonumenten, Stichting Edwina van Heek en Landschap Overijssel - van groot belang.
Samenwerking binnen Waardevolle Cultuurlandschappen
In 1997 is het rapport van het Staring Centrum 'Meten van Maatwerk: monitoring van het WCL-beleid 1994-1996' uitgebracht. De conclusie uit dit rapport was dat er nogal wat verschillen zijn tussen WCL-gebieden als er gekeken wordt naar sturing en het aantal projecten dat is gestart. Door gebruik te maken van kennis over marketing en samenwerking zou de sturing en integraliteit van de reeds lopende initiatieven uitgebreid kunnen worden. Het onderzoek richt zich op het pilotgebied 'de Meierij' en de daarbij betrokken actoren.