Publiek draagvlak voor natuur en natuurbeleid
Eerste onderzoek naar maatschappelijk draagvlak van natuur
Eerste onderzoek naar maatschappelijk draagvlak van natuur
Met een RAAP bijdrage
In opdracht van het Ministerie van LNV, Directie Groene Ruimte en Recreatie heeft DLO-Staring Centrum een monitoring uitgevoerd van het beleid voor de Waardevolle Cultuurlandschappen (WCL). Dit rapport bevat zowel het kwalitatieve als het kwantitatieve gedeelte van de monitoring en richt zich op de jaren 1994 tot en met 1996 met een doorkijk naar 1997. Het proces wordt beschreven van het organiseren van de uitvoering van WCL, het opstellen van het gebiedsperspectief en het aandragen en uitvoeren van projecten. Van daaruit is aangegeven in welke mate de WCL-doelstellingen worden bereikt.
In deze studie staan twee beleidsvragen centraal. De eerste is in welke gebieden in Nederland er behoefte is aan een grotere bijdrage van de landbouw aan een aantrekkelijke leefomgeving of beheer van strategische voorraden. De tweede is waar grote behoeften aan multifunctionele landbouw van de functies aantrekkelijke leefomgeving of beheer van strategische voorraden samenvallen met de behoefte om de economische productiefunctie versterken. De verkenning is uitgevoerd op gemeenteniveau. Per functie isgezocht naar een indicator die de behoefte aan multifunctionele landbouw weergeeft.
De ministeries van LNV en VROM hebben een conceptmonitoringprogramma Groene Ruimte ontwikkeld. Momenteel vraagt de gegevensverzameling nog een aanzienlijke inspanning. Als in de toekomst een aantal geplande meetnetten operationeel is, zal dit waarschijnlijk minder worden. Het monitoringsysteem is zeer bruikbaar om een toestand te beschrijven. De systematiek van het systeem biedt structuur bij integratie van zeer uiteenlopende invalshoeken. In het proefproject was het monitoringsysteem minder geschiktvoor beleidsevaluatie, omdat weinig gegevens uit het verleden beschikbaar zijn.
Inland valleys are defined as the upper reaches of river systems. These include valley bottoms and minor floodplains,their hydromorphic fringes and upland slopes and crests. These occupy 22-52 million ha of land in W. Africa and although of good agricultural potential are only marginally used. An agro-ecological characterization developed in the Cte d'Ivoire, is outlined on 4 levels: macro (1:1 000 000-1:5 000 000), reconnaissance (1:100 000-1:250 000), semi-detailed (1:25 000-1:50 000) and detailed (1:5000-10 000).
Chapter 2 situates the scene by presenting the historical background to the research area. First, a brief outline of the research village's history is provided. The main part of the chapter is devoted to the elaboration of case material relating to a number of conflicts over land, along the border between the kingdom of Ratenga and the kombere of Piugtenga and in which the village of Ziinoogo has been involved.
Coproductie RPD Staring Centrum